Een andere naam voor de kapucijner is velderwt. Oudere veel gebruikte benamingen zijn: schokkererwt, vale erwt en grauwe erwt. In de krijgsmacht worden kapucijners vanouds raasdonders genoemd. De Texelse bijnaam is grauwe ganzen. Kapucijners zijn klimplanten die bloeien met purperen bloemen, de peulen zijn blauw/paars gekleurd. De kapucijner is een oud gewas en wordt al ten minste 7000 jaar geteeld.
Bereiden
De zaden zijn zowel vers als gedroogd heerlijk van smaak. Kapucijners zijn het lekkerst als je ze na het oogsten meteen opeet. Dan smaken ze het zoetst. Het doppen is even een werkje. Kapucijners kun je op veel verschillende manieren gebruiken in gerechten. Maak er bijvoorbeeld een lekker groentepotje van in combinatie met wat uienringen, mosterd en hamblokjes. Kapucijners kun je ook heel goed rauw in salades verwerken. Voeg voor de variatie wat rijst, komkommer, tomaat en sla toe. Jaarlijks wordt een deel van de kapucijners in de peul gedroogd in de schuur. Tijdens het drogen veranderd de kleur van groen naar bruin. Na drogen worden de kapucijners gedopt. Gedroogde kapucijners smaken iets meliger, want de suikers zijn omgezet in koolhydraten.Verse kapucijners in de peul . - kooktijd verse kapucijners ongeveer 5 – 10 minuten (1 kilo peulen na doppen ongeveer 400 gram verse erwten) - gedroogde gedopte kapucijners ( 100 gr gedroogde erwten na weken en koken 220 gr) een dag weken en daarna in 60 – 90 minuten gaar koken.
In de schuur bij de boerderij zijn de kapucijners gedroogd in een zak, die aan de balk onder het dak hing.